Ondernemingen die gewoonlijk minstens 50 werknemers tewerkstellen, moeten een comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) oprichten. Ondernemingen die gewoonlijk minstens 100 werknemers tewerkstellen, moeten een ondernemingsraad (OR) oprichten.
De onderneming wordt in de wet gedefinieerd als de ‘technische bedrijfseenheid’ of TBE. Dat begrip stemt niet overeen met de juridische entiteit.
In dit blogbericht wordt uitgelegd hoe dat begrip moet geïnterpreteerd worden, hoe het zich verhoudt tot de juridische entiteit en wie wanneer daarover een beslissing neemt.
1. Wat is een TBE?
De TBE kan best omschreven worden als een organisatie die tezelfdertijd over een zekere economische zelfstandigheid beschikt en waar er een voldoende samenhang is tussen het personeel.
Men spreekt in dit verband over de economische en de sociale criteria op basis waarvan wordt onderzocht of een groep werknemers een bedrijfseenheid vormt. De sociale criteria zijn belangrijker dan de economische criteria. De economische en sociale criteria zijn niet in de wet vastgelegd. Het zijn feitelijke elementen die al dan niet wijzen op economische en sociale zelfstandigheid. Die feitelijke elementen zijn zeer divers.
Economische zelfstandigheid kan blijken uit een eigen, goed afgelijnde activiteit, een eigen directie die over voldoende autonomie beschikt om een economisch beleid te voeren, een eigen boekhouding, een eigen administratie, ...
De sociale samenhang kan blijken uit het feit dat voor een bepaalde groep personeelsleden een eigen personeelsdirecteur is aangeduid, dat een eigen loonbeleid wordt gevoerd, dat de tewerkstelling op dezelfde plaats of in nabijgelegen plaatsen gebeurt zodat er geregeld contacten zijn tussen de werknemers, dat er eigen personeelsactiviteiten worden georganiseerd, dat er eigen documenten worden gebruikt (arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement, verlofaanvragen, evaluatiedocumenten), ...
Een technische bedrijfseenheid kan samenvallen met de juridische entiteit, maar dat is niet altijd zo.
2. De juridische entiteit valt samen met de TBE
Deze mogelijkheid is de meest eenvoudige en komt het vaakst voor.
Voorbeeld: een bvba voert op 1 tewerkstellingsplaats activiteiten uit. Er is 1 personeelsdirecteur en 1 personeelsdienst. Voor alle werknemers gelden dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden. Er worden geregeld activiteiten georganiseerd voor alle personeelsleden samen. De juridische entiteit is economisch zelfstandig en er is een grote samenhang tussen de personeelsleden. De juridische entiteit stemt overeen met de TBE.
3. De juridische entiteit bestaat uit meerdere TBE’s
Deze mogelijkheid doet zich (meestal) voor als een juridische entiteit op verschillende plaatsen personeelsleden tewerkstelt en er in elke vestiging sprake is van voldoende economische zelfstandigheid en sociale samenhang.
Voorbeeld: een nv stelt personeelsleden tewerk in een tiental kantoren, gespreid over België. Er is een directie verantwoordelijk voor de werknemers en de activiteiten in Vlaanderen en Brussel en een afzonderlijke directie voor de regio Wallonië. Het personeelsbeleid wordt voor beide regio’s afzonderlijk gevoerd. Er is een centrale personeelsdienst in Namen en een centrale personeelsdienst in Antwerpen. Er zijn weinig tot geen contacten tussen de personeelsleden van de verschillende regio’s. De nv wordt opgesplitst in 2 TBE’s: 1 voor alle kantoren in Vlaanderen en Brussel en 1 voor alle kantoren in Wallonië.
Let op: als een juridische entiteit bestaat uit meerdere vestigingen, maar in geen van die vestigingen de drempel van 50 of 100 werknemers wordt bereikt, moet er toch een CPBW en/of OR worden opgericht voor de juridische entiteit als op dat niveau de drempel van 50/100 werknemers wordt bereikt. Het heeft dus geen zin om binnen 1 juridische entiteit het aantal tewerkgestelde personeelsleden te spreiden over verschillende vestigingen die de drempel van 50 of 100 werknemers niet bereiken. Zo ontsnapt men niet aan de verplichting om sociale verkiezingen te organiseren.
4. Meerdere juridische entiteiten worden samengevoegd tot 1 TBE
Juridische entiteiten, meestal behorend tot dezelfde groep, kunnen zowel qua activiteiten als qua personeelsbeleid zodanig verweven zijn dat zij elk afzonderlijk niet te beschouwen zijn als een TBE, maar dat zij samengevoegd wel aan die definitie beantwoorden.
Voorbeeld: meerdere nv’s maken deel uit van een economische groep. Die heeft haar productieactiviteiten ondergebracht in een nv en haar handelsactiviteiten in een andere nv. De ondersteunende diensten voor de beide activiteiten zijn dan weer samengebracht in een derde nv. De werknemer van de 3 vennootschappen werken in hetzelfde gebouw. Er is 1 personeelsdienst en 1 personeelsdirecteur. De werknemers hebben dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden. Er worden geregeld activiteiten georganiseerd waaraan de personeelsleden van de 3 vennootschappen deelnemen. In een dergelijk geval zal besloten worden dat de 3 nv’s samen 1 TBE uitmaken.
Voor deze mogelijkheid heeft de wetgever een vermoeden ten voordele van de samenvoeging van juridische entiteiten ingevoerd. Juridische entiteiten worden vermoed 1 TBE te vormen als het bewijs wordt geleverd van:
economische afhankelijkheid. Deze wordt geacht aanwezig te zijn als de juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische groep, als ze worden beheerd door eenzelfde persoon of personen die onderling een economische band hebben of als ze dezelfde of op elkaar afgestemde activiteiten hebben;
bepaalde feitelijke elementen die wijzen op sociale samenhang. De wet zelf haalt als voorbeelden daarvan aan: de tewerkstelling in dezelfde of nabijgelegen gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer of -beleid, gemeenschappelijke arbeidsreglementen of collectieve arbeidsovereenkomsten. Die opsomming is niet limitatief. Ook andere elementen die wijzen op sociale samenhang, zoals gezamenlijke personeelsactiviteiten, uitwisseling van personeel, gemeenschappelijke opleidingen, ... kunnen aangevoerd worden.
Wordt het bewijs geleverd van economische afhankelijkheid en van een aantal elementen die wijzen op sociale samenhang, dan worden de juridische entiteiten vermoed 1 TBE te vormen. De werkgever die zich verzet tegen de samenvoeging moet bewijzen dat er geen sprake is van sociale samenhang.
Enkel de vakbond(en) en de werknemer(s) kunnen zich op het vermoeden van samenvoeging beroepen, niet de werkgever.
5. Verschillende TBE voor CPBW en OR: kan dat?
Het CPBW heeft tot doel overleg te organiseren over veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten. De OR heeft tot doel het overleg te organiseren over de andere arbeidsverhoudingen en over economische en financiële aangelegenheden.
Omwille van de verschillende finaliteit van de overlegorganen bepaalt de wet dat de TBE voor de OR en deze voor het CPBW niet altijd dezelfde moet zijn.
Voorbeeld: Een nv stelt personeel tewerk op 3 verschillende vestigingen. Op elk van die plaatsen wordt er een andere activiteit uitgeoefend met daaraan verbonden andere veiligheids- en gezondheidsproblemen. Per vestiging zijn verschillende personeelsleden bevoegd voor de kwaliteit en de veiligheid van de activiteiten, terwijl het algemene personeelsbeleid sterk centraal gestuurd wordt. In dit geval is het mogelijk dat de nv 1 TBE vormt voor de OR, maar 3 TBE’s voor het CPBW. Dan moeten er verkiezingen georganiseerd worden voor de OR voor de 3 vestigingen samen en voor de CPBW’s voor elke vestiging afzonderlijk.
6. Wie beslist wanneer over de TBE?
De werkgever beslist voor welke TBE hij een CPBW en/of een OR opricht. Op dag X-60 in de verkiezingskalender, dit is 150 dagen voor de verkiezingsdag, moet hij de bestaande overlegorganen en de werknemers informeren over de TBE(’s) zoals die volgens hem bestaat(n). Op dag X-35 in de verkiezingskalender moet hij zijn beslissing daarover bekend maken.
Tussen dag X-60 en dag X-35 kan overleg plaatsvinden met de bestaande overlegorganen.
Als de werknemer(s) of de vakbond(en) niet akkoord zijn met de beslissing van de werkgever, kunnen zij uiterlijk op dag X-28 een procedure instellen voor de arbeidsrechtbank.
De arbeidsrechtbank doet in eerste en laatste aanleg uitspraak over de betwisting. De rechtbank beslist dan voor welke TBE’s een overlegorgaan moet worden opgericht. Zij houdt rekening met de toestand zoals die bestaat op het ogenblik van de uitspraak.
7. Wat te onthouden?
In veel gevallen is het duidelijk hoe de TBE moet gevormd worden. Maar soms is dat niet zo eenvoudig.
Bij elke sociale verkiezingen ontstaan er discussies over de TBE. Om zich te wapenen tegen een dergelijke discussie doet de werkgever er goed aan om tijdig de feitelijke situatie grondig te analyseren en, als dat nodig is, bij te sturen.
* * *
Elke maand, beginnend op 30 april, zal op onze website een blogbericht verschijnen dat inzoomt op een bepaald aspect van de sociale verkiezingen.
* * *
Sabine Vanoverbeke
Hebt u nog meer vragen over het begrip ‘technische bedrijfseenheid"‘ in het kader van de sociale verkiezingen of andere vragen over de sociale verkiezingen? Commit Advocaten helpt u graag verder.
Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten cvba kan daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.