SAMENWERKEN MET ONDERAANNEMERS: HET BELANG VAN HET FORMULIER A1 (UPDATE 2.0)

Op 2 maart 2023 heeft het Europees Hof van Justitie zich in de zaak DRV Intertrans BV (C 410/21 en C-661/21) opnieuw uitgesproken over de bindende waarde van een formulier A1. Het Europees Hof van Justitie bevestigt haar eerdere arresten waarbij de bindende waarde van een formulier A1 opzij gezet kan worden in geval van fraude. Nu beslist het Hof dat de bindende waarde van een formulier A1 in tact blijft, zelfs wanneer de bevoegde instelling die het formulier heeft afgeleverd de bindende waarde ervan tijdelijk opschort.

Even ter herhaling: wat is een formulier A1?

Een EU-werknemer voor wie socialezekerheidsbijdragen worden betaald in een andere lidstaat dan degene waar hij tijdelijk werkt, moet geen bijdragen betalen in het land van tijdelijke tewerkstelling.

De 'Verklaring betreffende de socialezekerheidswetgeving', ook het formulier A1 of het detacheringsformulier genoemd, is het bewijs dat een buitenlandse EU-werknemer onderworpen is aan de sociale zekerheid in het land van herkomst. De bevoegde instelling van die lidstaat levert dit formulier op verzoek af.

Uitgangspunt

In principe is een formulier A1 (afgeleverd door de bevoegde instelling van de lidstaat waarvan de socialezekerheidswetgeving van toepassing is) bindend voor de andere lidstaten zolang ze niet is ingetrokken of ongeldig verklaard werd door die bevoegde instelling. Het bindend karakter van een formulier A1 geldt zowel voor de socialezekerheidsinstellingen als voor de rechterlijke macht van de andere lidstaten.

Wat in geval van fraude?

Het Europees Hof van Justitie besliste eerder al in het arrest ‘Altun’ dat een formulier A1 in het geval van fraude niet absoluut bindend is voor een rechter van een andere lidstaat (zie hierover onze eerdere blogpost ).

In het arrest van 2 april 2020 (de samengevoegde zaken ‘Vueling’) verduidelijkte het Europees Hof van Justitie de draagwijdte van het ‘Altun’ arrest door te kaderen wanneer een rechter een formulier A1 buiten beschouwing mag laten wanneer deze vermoedt dat die verklaring frauduleus verkregen werd (zie hierover onze eerdere blogpost). Een formulier A1 kan slechts buiten beschouwing worden gelaten indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • de lidstaat die het formulier A1 afleverde moet voorafgaandelijk en onverwijld door de ontvangstaat gecontacteerd zijn en die laatste moet de stukken bezorgd hebben die wijzen op fraude, en

  • de autoriteit van de lidstaat die het formulier A1 afleverde moet hebben nagelaten om binnen een redelijke termijn de vraag van de ontvangstaat te behandelen of een beslissing te nemen.

Wat in geval de bevoegde instelling die het formulier A1 afleverde de bindende waarde van de verklaring opschort? 

In het arrest van 2 maart 2023 heeft het Europees Hof van Justitie verduidelijkt dat de bindende waarde van een formulier A1 niet verloren gaat bij een opschorting van de bindende kracht van het formulier A1 door de bevoegde instelling die het formulier afleverde. Enkel bij een definitieve intrekking verliest het formulier A1 zijn bindende waarde.

Het Europees Hof van Justitie benadrukt in haar arrest immers het belang van het feit dat de geldigheid van een formulier A1 in de eerste plaats onderzocht wordt door de bevoegde instelling die het formulier heeft afgeleverd.

Ook in het geval van opschorting van de bindende kracht van een formulier A1 kan de rechter van een andere lidstaat die vermoedt dat een formulier A1 frauduleus is, dit wel nog buiten beschouwing laten wanneer voldaan is aan de voorwaarden zoals bepaald in het ‘Vueling’ arrest (zie supra).

Amber Bals & Joris De Keersmaeker

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten bv kunnen daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.