Sociaal strafrecht: verlenging van verjaringstermijnen

Met de Wet Strafprocesrecht I van 9 april 2024 hervormt de wetgever de regels rond de verjaring van de strafvordering. Eén van deze fundamentele hervormingen is de verlenging van de verjaringstermijnen voor strafvorderingen.

Verlenging van de verjaringstermijnen voor strafvorderingen

Voor wanbedrijven is de termijn verlengd van 5 naar 10 jaar. Aangezien sociaalrechtelijke misdrijven volgens het Sociaal Strafwetboek worden bestraft met een straf van niveau 2, 3 of 4, worden zij als wanbedrijven beschouwd en geldt de nieuwe termijn van 10 jaar dus ook voor deze misdrijven. Dit betekent dat het arbeidsauditoraat nu 10 jaar de tijd heeft om strafbare feiten onder het Sociaal Strafwetboek te vervolgen.

Effect op de verjaring van vorderingen uit de arbeidsovereenkomst

Een burgerlijke rechtsvordering die voortvloeit uit een misdrijf kan niet verjaren voordat de strafvordering verjaart. Dit betekent dat wanneer de verjaringstermijn voor een burgerlijke vordering korter is dan die voor een strafvordering, de termijn automatisch wordt verlengd tot de strafrechtelijke termijn. Hierdoor heeft een partij  dus langer de tijd om een vordering in te leiden wanneer de niet-nakoming van een verplichting uit de arbeidsovereenkomst ook een misdrijf vormt.

Stel, een werkgever ontslaat een werknemer en de werkgever heeft het loon gedurende een aantal maanden niet betaald. Binnen welke termijn kan de werknemer dit loon nog opeisen?

Op basis van de Arbeidsovereenkomstenwet verjaart de vordering van de werknemer 1 jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst of 5 jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat deze termijn 1 jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst mag overschrijden.

Het niet betalen van loon is echter ook een misdrijf volgens het Sociaal Strafwetboek, waarop een straf van niveau 3 staat (wanbedrijf).

Wanneer de werknemer dan op basis van een onrechtmatige daad (wat het niet betalen van loon ook is) een schadevergoeding eist, dan verjaart die vordering door het verstrijken van een periode van vijf jaar. Echter, aangezien een burgerlijke vordering niet kan verjaren vóór de strafvordering, heeft de werknemer door de nieuwe regeling tot 10 jaar de tijd om een vordering in te dienen.

Inwerkingtreding

De nieuwe verjaringswet is in werking getreden op 28 april 2024.

De nieuwe wet bevat geen overgangsregeling. Concreet houdt dit in dat vanaf 28 april de verjaring in strafzaken die nog in de onderzoeksfase zitten en nog niet verjaard zijn, voortaan bepaald zal worden volgens het nieuwe verjaringsregime.

Amber Bals & Pieter Sichien

https://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?legislat=55&dossierID=3514

Heeft u nog vragen ? Commit Advocaten helpt u graag verder.

Ondanks alle zorg die besteed is aan het opstellen van deze tekst, blijven vergissingen en/of onvolkomenheden mogelijk. De auteur en Commit Advocaten bv kunnen daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden.